top of page

De meest voorkomende wervelkolomproblemen uitgelegd.

Patiënten komen vaak bij ons met uitslagen van scans of foto’s van hun nek of rug en zien door het bos de bomen niet meer. Dokters en specialisten spreken over hernia’s, arthrose en stenose. Maar wat is dit nu allemaal? In deze blog legt Caroline het op een eenvoudige manier uit.

 

Om te weten wat er allemaal kan misgaan in de wervelkolom is het natuurlijk eerst belangrijk om te weten hoe een normale, gezonde wervelkolom is opgebouwd.

De wervelkolom is opgebouwd uit verschillende wervels, het heiligbeen en het staartbeen en met tussen elke 2 wervels een discus of tussenwervelschijf. De wervels en tussenwervelschijven staan als blokjes op elkaar gestapeld. Door de vorm van de wervels ontstaat er zo een holle tunnel van boven naar onder, het wervelkanaal. Door het wervelkanaal loopt het ruggemerg en t.h.v. elke wervel ontspringt hieruit een zenuw.

Vanuit achteraanzicht staan deze wervels mooi recht gestapeld maar vanuit zijaanzicht zien we een aantal krommingen. Ter hoogte van de nekwervels en onderste rugwervels is er een holle kromming, een lordose. Ter hoogte van de middenrug zien we een bolle kromming, de kyphose. Door deze krommingen kunnen schokken beter opgevangen worden.

Een andere structuur die kan helpen bij de schokdemping is de tussenwervelschijf of discus. Deze discus bestaat uit een gelei-achtige kern, die omgeven wordt door een hardere schil van kraakbeen. Hierdoor zijn ze elastisch en kunnen ze de schokken helpen opvangen.



 

Er zitten dus heel wat structuren in de wervelkolom die aanleiding kunnen geven tot klachten.

Ten eerste kunnen er afwijkingen zijn in de krommingen van de wervelkolom. Een te grote lordose of kyphose wordt een hyperlordose of hyperkyphose genoemd. Ook in achteraanzicht kan er zich een afwijking voordoen namelijk een scoliose. Hier is de wervelkolom niet mooi recht maar maakt hij een S- of C- vormige kromming. Deze aandoeningen kunnen aangeboren of genetisch bepaald zijn of ontstaan door langdurige verkeerde houding. Met de gepaste oefentherapie (houdingscorrectie, spierversterking) kan je kinesitherapeut je hiermee helpen.



Er kunnen zich ook aandoeningen voordoen ter hoogte van de wervels. Een eerste aandoening waarmee we veel te maken krijgen is (facet)-arthrose. Dit is slijtage wan de gewrichtjes tussen de wervels. De gewrichtsoppervlakken van de wervels zijn bedekt met kraakbeen. Naarmate je ouder wordt, wordt dit kraakbeen dunner en kan het zelfs op sommige plaatsen wat verdwijnen of minder egaal worden. Hierdoor worden bepaalde bewegingen pijnlijk. Kraakbeen dat weg is, kunnen we niet herstellen maar met kinesitherapie kunnen we wel aan pijnbestrijding doen en via oefeningen kunnen we de rugspieren sterker maken zodat ze een natuurlijk korset vormen en zo de wervelkolom beschermen tegen verdere beschadiging. Beweging is zeer belangrijk om de wervelkolom soepel te houden! Wandelen, fietsen en zwemmen zijn ideale bewegingsvormen.


Een andere aandoening van de wervelkolom is stenose van het wervelkanaal. Dit is een vernauwing van het wervelkanaal. Dit kan ook ontstaan door ouderdom en slijtage. Op plaatsen waar het kraakbeen verdwijnt, wordt bot gevormd. Hierdoor krijgt de wervel grilligere vormen en kan het zijn de het wervelkanaal nauwer wordt. Deze vernauwing kan er voor zorgen dat de zenuwen in het kanaal ingeklemd worden. Afhankelijk van de plaats waar de zenuwen geklemd worden, kan dit uitstraling geven naar de verschillende ledematen. Bijvoorbeeld patiënten met stenose ter hoogte van de wervels van de lage rug hebben pijn ter hoogte van de rug en uitstralende pijn in de bil of zelfs in het hele been. Ook kan er een doof of tintelend gevoel zijn in de benen. Deze mensen gaan dikwijls voorovergebogen lopen omdat het wervelkanaal dan verbreedt en de druk op de zenuw afneemt. Uw kinesist kan u helpen om op een juiste manier de druk van de zenuw af te nemen en via aangepaste oefentherapie uw rug te versterken.


Tot slot zijn er nog de aandoeningen van de tussenwervelschijf. Door zijn elasticiteit moet de discus grote krachten opvangen en hierdoor is ze ook vatbaar voor verschillende aandoeningen. Om dit eenvoudig uit te leggen, maken we de vergelijking met een hamburger. De wervels zijn de broodjes en de discus is het vlees. Als je wil bijten in je hamburger maar je geeft te veel druk op de voorkant van het broodje, schiet je vlees naar achter. Dit gebeurt ook in de wervelkolom: te veel druk op de voorzijde van de wervels zorgt ervoor dat de discus naar achter geduwd wordt. De druk op de voorzijde ontstaan door alle buigbewegingen van de wervelkolom, bijvoorbeeld een zware doos heffen maar ook langdurig in een voorovergebogen houding zitten. Vooral langdurige druk van de discus naar achter kan voor problemen zorgen. Er bestaan hier verschillende gradaties in op basis van de mate van beschadiging van de discus (zie onderstaande tekening). In eerste instantie is er enkel een uitstulping zonder echte beschadiging van de discus: dit noemen we een discusbulging. Vervolgens kan het zijn dat de zachte kern van de discus een beetje uitloopt in de harde schil maar dat de buitenste lagen van de schil nog intact zijn: dit is een discusprotrusie. Tot slot kan het zijn dat ook de buitenste lagen gescheurd zijn en dat de zachte kern naar buiten loopt: de zogenaamde dicushernia. Op zich geven deze aandoeningen geen klachten tenzij ze duwen tegen omliggende structuren zoals de zenuwen. Van zodra de zenuwen betrokken zijn, kan dit ook uitstraling geven naar de ledematen. Patiënten met discusproblemen klagen vooral bij langdurige houdingen zoals lang zitten of staan. Beweging geeft meestal beterschap. De kinesitherapeutische behandeling verschilt van de fase waarin de patiënt zich bevindt. Bij een bulging of protrusie gaan we via manuele therapie en oefeningen de discus proberen terug naar voor te duwen en de rug te verstevigen om zo een nieuwe episode te voorkomen. Bij een hernia kunnen we de gescheurde schil niet herstellen en is het belangrijk om de eventuele druk op de zenuwen te verlagen en de rugspieren te versterken om een natuurlijk korset te krijgen.

Een laatste aandoening van de discus is de discarthrose. net zoals bij facetarthrose is dit een vorm van slijtage. Naarmate we ouder worden, wordt de discus dunner en de kern wordt droger en stugger. Dit is ook de reden waardoor we op latere leeftijd kleiner worden. Discarthrose kan pijn en stijfheid veroorzaken. Ook hier is het belangrijk om via beweging de wervelkolom soepel te houden en de spieren sterk te houden.




 

Tot slot willen we nog een aantal algemene preventieve oefeningen meegeven ter bevordering van de mobiliteit en stabiliteit van de wervelkolom. Heb je last van je nek of rug? Neem dan zeker contact op zodat we een aangepast oefenschema kunnen opstellen!


1. Ruglig, benen gebogen. Beweeg je knieën samen naar 1 zijde. Even aanhouden en dan naar de andere kant. 2x10



2. Handen-en knieënsteun. Rug hol en bol maken. Goed werken vanuit het bekken en langzaam uitvoeren. 20x




3. Ruglig, benen gebogen. Bekken heffen, 3" aanhouden en dan rustig laten zakken. 2x 10



4. Handen-en knieënsteun. Rug recht. 1 been naar achter strekken, rug blijft stabiel. 2x10 links en rechts.



2.442 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page